Het begint een beetje te wennen, wethouder zijn. Als ik nu terugkijk op de eerste maanden, dan kan ik niet anders dan zeggen: wat een veelzijdig beroep is dit. Er komt heel veel op je af, op allerlei gebied. Van vergunningen tot de energiecrisis. Van de huisvesting van scholen tot de inhoud van stadskrant. En als ik dit schrijf zit ik op een hotelkamertje in Brugge, waar ik samen met Visit Zuid-Limburg, collega-wethouders uit Zuid-Limburg en vertegenwoordigers van het toeristisch bedrijfsleven inspiratie opdoe op het gebied van toerisme.
Bijzonder blij was ik een paar weken geleden toen ik hoorde dat ik benoemd ga worden in de commissie Economie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Op die manier kan ik op landelijk niveau iets betekenen voor de mensen in onze stad en de regio. Net als ik dat doe bij de G40, de 40 grootste gemeenten van Nederland. Twee weken geleden kwam de Pijler Economie en Werk van de G40 voor het eerst bij elkaar. De wethouders willen samen slimmer worden en samenwerken met landelijke instanties en ministeries, bleek tijdens die bijeenkomst. De komende periode gaan we vooral de nadruk leggen op midden- en kleinbedrijf en economische vernieuwing, vitale binnensteden en bedrijfsterreinen en de keten van leren, werken en ondernemen.
Ik ben de trekker (zoals dat heet) van de pijler MKB en economische vernieuwing. Dat is me op het lijf geschreven. Op het Floriade-terrein in Almere zijn we bij elkaar gekomen en hebben we afgesproken dat we concreet aan de slag gaan om MKB-ondernemers te ondersteunen in hun opgave om concurrerend te zijn in economie van de toekomst.
Kennisdeling is daarbij een belangrijk onderdeel. En dat ervaar ik ook dagelijks in onze eigen gemeente. Door met elkaar te praten en van elkaar te leren, kom je verder. Thuis, in je wijk of dorp, in de raadszaal of op welke plek dan ook.